Vertel, wie is jouw grote sportheld?
“Michael Jordan.”
Hoe is dat zo gekomen?
“Het is begonnen toen ik een jaar of elf was, dus rond 1993. In België was het altijd 100 procent voetbal, verder niets. Maar toen kwam vanuit de Verenigde Staten het basketbal met de NBA overwaaien. Het was de periode dat Chicago Bulls daar het absolute topteam was, met Michael Jordan als sterspeler. Ook de merchandising stak de Atlantische Oceaan over. Ineens kon je shirts en caps met het bekende Bulls-logo kopen. Ik en een paar schoolvrienden waren enorm gefascineerd en dat ben ik altijd gebleven.”
Hoe vertaalde de adoratie voor Jordan zich naar jouw eigen leven toen?
“In misschien wel de grootst mogelijke vorm: ik stopte namelijk met voetballen en ging zelf basketballen. Dat heb ik 21 jaar met veel plezier gedaan. Dat allemaal vanwege Michael Jordan. Maar spelen met zijn legendarische nummer 23 was not-done. Als we een tegenstander troffen waarbij iemand speelde met nummer 23, kreeg hij het extra zwaar te verduren.”
“Bij ons thuis hadden we een betaalzender waar ook de NBA op te zien was, dat probeerde ik zo goed mogelijk te volgen. Het was ook de tijd dat je moest lopen op Air Jordans, anders hoorde je er niet bij. Verder had ik posters van Jordan op mijn kamer hangen, en verzamelde ik van die Upper Deck NBA-verzamelplaatjes. Ik weet nog dat mijn vader in die tijd voor werk jaarlijks naar de Verenigde Staten reisde, en hij vaak als cadeau een nieuw Bulls-shirt meenam. Supertrots was ik.”
Wat maakt Michael Jordan voor jou dan zo speciaal?
“Michael Jordan is voor mij de enige persoon ter wereld waar ik bij een persoonlijke ontmoeting echt starstruck zou zijn. Dat PSG als voetbalclub twintig jaar later gaat voetballen met het logo van Air Jordan op het shirt, geeft voor mij aan hoe magisch en iconisch hij is als sporter, merk en mens. Kun jij je voorstellen dat de LA Lakers met een CR7-logo op het shirt in de NBA gaan spelen? No way. Lionel Messi, Cristiano Ronaldo, Zlatan Ibrahimovic, Stephen Curry, allemaal heb ik ze live zien spelen. Dat ik Michael Jordan nooit live in actie heb mogen zien, is eeuwig zonde maar helaas niets aan te doen.”
Welk moment staat symbool voor jouw liefde voor Michael Jordan?
“Zijn bekendste moment is zijn winnende punt in de NBA-finale van 1998 tegen Utah Jazz, wat ook direct zijn laatste punt in het shirt van Chicago Bulls was. Maar voor mij staan er twee andere momenten symbool voor de legende Michael Jordan. Om te beginnen met het moment dat bekend staat als ‘The Flu Game.’ De nacht voor het vijfde duel in de NBA-finals tegen Utah Jazz (het stond 2-2) werd Jordan getroffen door zware koorts. Achteraf gezien was het misschien niet eens medisch verantwoord, maar hij wilde meespelen. En hoe: hij maakte 38 punten, zeven rebounds, vijf assists, drie steals en een blok terwijl hij bij elke time-out op de bank bijna flauwviel en zoveel mogelijk water dronk om zijn verzwakte lichaam er doorheen te slepen. De Bulls wonnen dankzij Jordan, en het maakte hem bovenmenselijk.”
Michael Jordans iconische 'Last Shot'.
“Mijn tweede moment is na het winnen van de vierde NBA-titel in 1996, op vaderdag. Drie jaar eerder was de vader van Jordan, waar hij een zeer close mee was, omgekomen bij een roofoverval. Toen hij drie jaar later, uitgerekend op vaderdag, de eerste titel pakte na zijn vaders overlijden, brak hij emotioneel volledig. Ik kan me het beeld van hem huilend op de grond in de lockerroom nog zeer goed herinneren, afgezonderd van het feestgedruis, helemaal op zichzelf. We zagen niet een legende die zijn vierde landstitel pakte, maar een zoon die zijn vader miste.”
Draag je de adoratie voor Jordan nu nog altijd met je mee?
“Zeer zeker. Sterker nog, op mijn kantoor thuis heb ik zelfs unieke memorabilia. Van Chicago Bulls heb ik een origineel stukje parket van de vloer waar ook Jordan op heeft gespeeld. En van Jordan zelf heb ik een ingelijst shirt dat door hem persoonlijk is gesigneerd. Dit is voor mij het absolute pronkstuk aan de muur. En Jordan is net als ik nu een fervent golfer. Met handicap 4 is hij mij echter ook op dat gebied de baas, hoewel ik op mijn handicap 9 toch ook echt trots ben.”